Margot Koopman

Probeer telkens iets meer te vertellen in je werk.

Margot, kunstenaar en docent aan de GA, is, in 2021, op latere leeftijd afgestudeerd aan de Wackersacademie. Daarvoor heeft ze in uitéénlopende banen haar organisatietalent en haar taalgevoel aangewend. Ze maakt klassiek figuratief werk, waaronder opdrachten en geeft naast lessen ook lezingen in verzorgingshuizen. Ze deelt atelierruimte met zo’n 30 andere kunstenaars.

Het atelier van het Kunstenaarsparadijs aan de Vliegendweg in Bussum is letterlijk verstopt achter deuren en vervlogen deurbellen. Via een kleurrijk beschilderde trap bereik je een overloop waar portretten hangen van zoon, dochter met een bescheiden zelfportret in het midden. Uitgewerkte en persoonlijke verhalen zie ik, met een intrigerende kleurstelling.

Margot is enthousiast, vertelt graag, en liefst uitgebreid, over haar werk en ontwikkeling daarin.

In het atelier springen de badbeesten, zoals ze zelf zegt, je tegemoet: zomerse, heldere zwemtaferelen met opblaasdieren erin.

stilleven met band

“Ik houd erg van stofuitdrukking; het is eigenlijk de uitdrukking van alles. Soms zijn het heel kleine nuances in kleur. Ze wijst naar een strakstaande bolle naad van een rubberen band, die vet geschilderd is in een tere, lichte kleur. “Om de zachte kleur van rubber te krijgen moet de verf vol zijn.”

“Werk je altijd zo?”

“Ik werk met meerdere technieken. Wel altijd met een eindeloze rij foto’s, daarna ga ik schetsen. Ook doe ik veel onderzoek online. Ik werk van groot naar klein.

De vraag is altijd: waar wordt je oog naar geleid.

Kijkend naar een stukje in een werk dat ze lastig vond: “Als iets niets lukt gaat het meestal om een detail.

“En bij de portretten die je maakt?”

Hm, ik leer de geportretteerde graag kennen, krijg een gevoel bij gezichten, de sfeer van mensen. Ik zoek naar het eigene, maak bij portretten soms wel honderden foto’s, laat ze ook meekijken.

Bij mij moet het lijken. Ik schilder er niet een karakter in. Ik geef weer wat ik denk te zien. Als daar dan de ziel in zit is het mooi meegenomen.

Wel probeer ik mensen blij te maken met een portret.

portret meisje _Margot Koopman

“Hoe bevalt het lesgeven op de GA?”

“Heel erg leuk.”, zegt ze met stralende ogen. “De tekst die ik op de site heb gezet geeft precies weer wat ik doe: we schilderen zowel naar afbeelding als naar de realiteit, en ik leer cursisten kijken naar toon, kleur en vorm, een compositie maken en vereenvoudigen tot datgene wat je wilt laten zien. Mijn mazzel met lesgeven is dat ik nog de stemmen van de meest uitéénlopende docenten in m’n hoofd heb: daar heb ik veel van geleerd; telkens andere docenten met andere invalshoeken, tot je volledig in de war bent geraakt als student.”

Even nadenkend.

“Als je wilt gaan schilderen of tekenen moet je wel beginnen met het leren van de techniek, met technisch academisch schilderen.”

“Hoe ziet jouw cursus er in de praktijk uit?”

“Het jaar is verdeeld in wat grotere blokken waarin telkens een ander thema of een techniek centraal staat, bijvoorbeeld een blok zelfportret volgens het kleurenpalet en de compositie van Modigliani. Ik vertelde over de kunstenaar, laat zien hoe hij werkte en leefde, nam een kalender met maandelijkse afbeeldingen mee, liet vervolgens iedereen proberen om, met de spiegel erbij, in de houding te gaan staan van de afbeelding en daarmee een zelfportret te maken.

Dat werd toch gaaf!”

Bij de voorbeelden van de thema’s is ze opgestaan en laat ze een boek zien met werk dat ze bewondert. Hockney, Lucian Freud, Breitner, Therèse Schwartze, Sorolla Bastida, de stijlen buitelen over elkaar heen.

“Als ik me helemaal op een kunstenaar stort ga ik ook van zijn kunst houden. Daarna verdwijnt dat wel weer. Dan laat ik het los. ”

Ze moet er zelf om lachen.

Naar de cursus neemt ze van alles mee, zoals bladgoud om te schilderen naar het voorbeeld van Klimt.

“Ja, het blok Jugendstil: daarover vertel ik, introduceer de kunstenaars, en daarna laat ik iedereen zelf een referentie kiezen. Dat kan een foto zijn of een samengesteld beeld. Met die voorkennis gaan ze dan in Jugendstil schilderen. En ervaren hoe je met bladgoud werkt.”


“Kan je zeggen dat jouw cursisten leren naschilderen?”

‘Oh nee! Bij mij ga je weg van het plaatje dat je naschildert, door zelf te bedenken wat je ermee wilt; wat is het wat je zo aantrekt in een beeld. Ik probeer te laten zien hoe je van een foto je eigen compositie maakt voor een schilderij aan de hand van vele voorbeelden van kunstenaars.”

Na enig nadenken:

“De meeste cursisten willen heel graag leren om los te komen van een foto, maar natuurlijk zijn er ook mensen die heel graag een plaatje naschilderen: als je pas begint, is daar niets mis mee; je leert ervan kijken en de restvormen met elkaar te verbinden.”


“Schilderen jullie op les ook naar model?”

“Jazeker! ”Om mensen het gevoel te laten krijgen voor modelschilderen laat ik ze eerst elkaar schetsen in korte standen om gevoel te krijgen voor de verhoudingen. Soms neem ik zelfs een skelet mee. Ik leer ze om vlakken en tonen te zien.

Voor beginnende cursisten is het vaak een openbaring om te ontdekken hoeveel nuances er tussen licht en donker zitten, en ook hoe je dat consequent en geconcentreerd kan hanteren, en wat dat dan voor een effect geeft. Dat is heel leuk om te laten zien!”


“Krijg je geregeld feedback?”

Ja! Cursisten zeggen dat ze erg veel leren. Soms ook gewone basic dingen, zoals kwastgebruik, kijken naar restvorm.”

Met lichte aarzeling: “het is wel belangrijk dat je iets wil aannemen.

Ik heb bijvoorbeeld een cursist gehad die haar naïeve stijl heeft behouden maar heeft geleerd naar vorm en toon te kijken; dat heeft haar veel gebracht waardoor haar schilderijen erg goed werden.

Heerlijk is dat.”

Portret_Margot_Koopman

Interview van Agnes Bruintjes met Margot Koopman, november 2024

  • Deel deze pagina: